top of page

Live to ride, ride to live


Zaterdag 23 september 2017 (63)


Ik ga niet vaak op de motor naar mijn werk. Het is maar drieënhalve kilometer naar De Ring van Putten en op zo’n korte afstand is de motor nog niet bijna warm. Dat is dus de pest voor mijn uitlaatpijpen. Met mijn eerste motor heb ik dat een jaar gedaan. Dat resulteerde in een paar gaten in de pijpen ter grootte van een rijksdaalder (dat is 38 mm voor degenen die niet met de rijksdaalder zijn opgegroeid).

Ik ga op de motor naar mijn werk als ik na werktijd nog iets te doen heb waarbij ik afhankelijk ben van eigen vervoer, of als ik een stuk wil rijden. Op een motor rijd je namelijk ook voor de lol, iets wat ik in een auto nog nooit heb ervaren, met uitzondering van de Volvo 460 die ik ooit heb gehad.

Een paar weken geleden was ik op de motor naar mijn werk gegaan. Een dag later hoorde ik van een collega een opmerkelijk verhaal. Als ik van het schoolplein af rijd, hoort zo’n beetje de hele school dat; een Harley maakt nou eenmaal heerlijke doffe klappen. Een leerling uit zijn klas reageerde daarop met: “Die zit in zijn mid-lifecrisis. Dat is nou echt een mid-lifecrisis motor. Hij kan toch ook gewoon een Yamaha of een Suzuki kopen?”

In zo’n geval hoor je eigenlijk de afgunstige ouders praten. De trieste puber weet natuurlijk niet dat ik op mijn tiende jaar al helemaal gek was van motorfietsen en dat ik vanaf mijn dertiende helemaal gek ben op Harley Davidson. Ik haalde mijn motorrijbewijs op mijn achttiende, tegen de wil van mijn ouders. Ik heb minstens de afstand van tien keer de wereld rond op mijn motors gereden. Ik heb een aantal flinke motorongelukken overleefd, zonder dat ik slachtofferhulp nodig had of ziekzwakmisselijk thuis ben gebleven. Mijn kinderen zaten al achterop vanaf het moment dat er motorhelmen in hun maat te koop waren. En eindelijk, op mijn tweeënvijftigste, kon ik mijn jeugddroom waar maken: een Harley Davidson. Het kreng kost me per jaar zo’n beetje €800,= aan onderhoud en revisie (het is een oudje), maar dat boeit me niet. Dan eet ik gewoon speklappen en droog brood in plaats van biefstuk en Old Amsterdam. Mijn motor is mijn liefje, los van Lieve Vriendin, want die komt natuurlijk op de eerste plaats.

Nee, geen mid-lifecrisis motorrijder. Ik rijd al sinds mijn achttiende. Een paar jaar heb ik niet gereden, maar dat kwam omdat een lokale motorgarage uit Hekelingen mijn schitterende Shadow 1100 had verduisterd. Ja, dat is HEMO en Ton zal aan mij en mijn vrienden dan ook geen cent meer verdienen.

Gelukkig mocht ik nog regelmatig gebruik maken van de Harley Wide Glide van vrienden Sonja en Marc, totdat ik in 2013 mijn eigen HD kocht.

Tijdens één van die gelegenheden, het Coldfeet Treffen van MC Brotherhood in België, hoorde ik mijn zoon vertellen: “Mijn pa heeft nu geen eigen motor en dat kan niet. Zolang ik leef had pa een motor. Dat hoort gewoon bij hem. Pa hoort op een motor.”

Het zit blijkbaar in de genen. Al een aantal jaren rijd ik met mijn zoon samen. Door Nederland en Duitsland. Ik op mijn HD en hij op zijn schitterende Shadow 750 en voor hem is elk weer motorweer, zoals ik negenendertig jaar geleden ook redeneerde. Nu denk ik eerst aan de gaten in mijn uitlaten en aan het werk wat het kost om mijn (motor)fiets droog te wrijven als ik er in de regen op wegga. Nee, geen mooi-weer-rijder maar een jaartje ouder. Bovendien kan ik ook op de fiets naar mijn werk.

Foto's: R.Moreel.

Op de Afsluitdijk met Yoeran Moreel en Marco van den Hoek.

Motorfietsen (v.l.n.r.) Harley van Ron, Intruder van Marco, Shadow van Yoeran.

Featured Posts
Kom later terug
Gepubliceerde posts zullen hier worden weergegeven.
Recent Posts
Search By Tags
Follow Us
  • Facebook Classic
  • Twitter Classic
  • Google Classic

© 2023 by Samanta Jonse. Proudly created with Wix.com

bottom of page