Strips in het onderwijs
Zaterdag 2 juli 2022 (79)
Begin februari 2019 schreef ik het onderstaande stukje. Ik heb het nog niet geplaatst, maar ik vind het de moeite waard om dat alsnog te doen.
Vanaf het moment dat ik kon lezen, lees ik strips. Ik heb een bescheiden verzameling van zo’n 1800 albums. Al sinds 1977 bezoek ik stripboekenbeurzen en –dagen.
Tot een jaar of tien geleden moest ik helaas constateren dat bezoekers van deze manifestaties dezelfde waren als ruim dertig jaar daarvoor. Er was zo goed als geen nieuwe aanwas. Ik vond het een beetje sneu om rijen veertigers en vijftigers in rijen te zien staan, wachtend op het moment dat zij hun nieuw aangeschafte albums konden laten signeren door de aanwezige tekenaars.
Waarom waren er geen jongere fans? Waarschijnlijk waren de ontwikkelingen in de media er sinds de tweede helft van de jaren ’80 van de vorige eeuw debet aan, dat de interesse in strips en stripbladen bij de jeugd afnam.
Maar 2019 is een feestjaar. Waarom? Het tweewekelijkse stripblad Eppo bestaat sinds de herstart al weer 10 jaar. Vanaf 2009 neemt de interesse in strips ook weer langzaam toe. De Stripdagen en de Dutch Comic Con trekken weer ruim tienduizend bezoekers.
Volgens Meerten Welleman, voorzitter van Het Stripschap/auteur/redacteur, met wie ik sinds 1982 bevriend ben, heeft dat voor een deel te maken met de populariteit van manga. Ook de toenemende interesse in de graphic novel draagt volgens Welleman bij. Hoog tijd om weer eens op mijn stokpaard te klimmen: een plaats voor strips in het onderwijs.
Helaas bestaan er over strips nogal wat vooroordelen. Zo zouden strips leiden tot leesluiheid, enkel dienen ter vermaak, de fantasie niet prikkelen en te simpel zijn wat betreft verhaallijnen, karakterontwikkeling en taalgebruik.
Deze vooroordelen worden ook op de school waar ik werk gebruikt als argument tegen het gebruik van strips in de klas. Het werd zelfs expliciet genoemd, toen wij besloten om de les Nederlands te starten met 10 minuten lezen; géén tijdschriften en géén strips. Want... te simpel wat betreft woordenschat, verhaallijnen en taalgebruik.
Natuurlijk ben ik, als fervent stripliefhebber, het hier absoluut niet mee eens. Strips zijn toegankelijk en kunnen een grote bijdrage leveren aan de uitbreiding van de woordenschat. Ik heb net het album De steensnoepers van Suske en Wiske uit (Willy Vandersteen, 1972). Daar kom ik, verspreid over 10 bladzijden, de volgende woorden tegen: historische, expeditie, vallei, overmoedig, periscoop, saboteren, zonderling, trawanten, plasma, winstbejag, vindingrijkheid, medicamenten. Ik ben eens gaan tellen en een bladzijde in een Suske en Wiske album bevat gemiddeld 150 woorden. Er zijn dus pakweg 1500 woorden gelezen waar de 12 genoemde tussen stonden. De betekenis van 9 van deze woorden kon afgeleid worden uit de tekeningen.
Ik heb er een jeugdboek uit dezelfde periode bij gepakt: Koning van Katoren (Jan Terlouw, 1971). Ook in dit boek heb ik het aantal woorden van 10 bladzijden geteld. Dat waren er ongeveer 3200. De ‘moeilijke’ woorden die ik daar tegenkwam: verbannen, schamele en raadsvergadering. Verbannen en raadsvergadering werden duidelijk door de context.
Jacqueline Wouda meldt: “Uit een onderzoek van de Journal of Child Language is dan ook gebleken dat een kind in een stripboek maar liefst twee keer zoveel nieuwe woorden leest als in een gemiddeld kinderboek. Het stripboek lijkt zelfs de educatieve waarde van een gemiddelde gesprek met een volwassene voorbij te streven, want een kind leert in een stripboek maar liefst vijf keer zoveel nieuwe woorden.” (Wouda, 2017)
Het feit dat strips een simpele verhaallijn schijnen te hebben, kan juist een voordeel zijn. In strips als Suske en Wiske, Sjors en Sjimmie, Asterix en Lucky Luke is de verhaallijn in ieder geval duidelijk. Oorzaken, gevolgen, problemen en oplossingen zijn herkenbaar. De lezers raken vertrouwd met tijdsprongen door de aanwijzingen die regelmatig in tekstblokjes worden gegeven. Op deze wijze helpen strips de lezer juist de verhaalstructuren te doorgronden.
Ik schreef hierboven bewust ‘schijnen te hebben’, want dat geldt zeker niet voor alle strips. Na bovengenoemde en vergelijkbare verhalen kan de geoefende striplezer verhalen van, onder andere, Largo Winch, Franka, Yoko Tsuno, Blueberry en Jonathan aan. Dit zijn series met goede verhaallijnen, ingewikkelde plots en uitgewerkte karakters. Series die beslist niet onderdoen voor de betere jeugdboeken.
Als kinderen de verhaalstructuren leren doorgronden, gaan ze met meer plezier lezen, gaan ze meer lezen, neemt hun leesvaardigheid toe waardoor er meer leesplezier ontstaat, wat als gevolg heeft... Duidelijk?
Wouda meldt dat voor veel kinderen het lezen van een boek een hele opgave is, die ze liever uit de weg gaan (Wouda, 2017). Wat is dan een idealer medium om kinderen aan het lezen te krijgen dan het stripverhaal? De overstap naar het lezen van jeugdboeken is dan zó gemaakt.
Het is aan de docent om het kaf van het koren te scheiden, zoals dat ook moet met jeugdboeken. We kunnen de avonturen van Yoko Tsuno niet vergelijken met die van Joop Klepzeiker. De boeken van Cox Grashoff zijn ook van een andere orde dan die van Simone van der Vlugt. Veel (strip-)boeken lezen en kritisch zijn is de opdracht voor de docent Nederlands.
De strip heeft in het onderwijs al wel een plaatsje gekregen bij geschiedenis (o.a. De ontdekking van Eric Heuvel) en tijdens de mentorlessen (Suske en Wiske; De sinistere Site), maar dan is het wel zo’n beetje gezegd.
Als het aan de eerste Stripmaker des Vaderlands, Margreet de Heer, ligt, komt daar heel snel verandering in. Zij maakt sinds deze zomer elke maand een stripverhaal over een actueel onderwerp en ze heeft al voor een aantal vakken zeer duidelijke infographics getekend. Als het iemand moet lukken om strips op de fictielijsten te krijgen, is zij het wel.
En laten we beslist niet vergeten dat het lezen van strips gewoon heel leuk is.
Bronnen:
-Wouda, Jacqueline (2017, 25 augustus). 7 redenen om je kind strips te laten lezen. Geraadpleegd op 16 december 2018, van https://www.heutinkvoorthuis.nl/nl/7-redenen-om-je-kind-strips-te-laten-lezen/news/81/
-Redactie Nationale onderwijsgids (2017, 13 oktober). Stripmaker des Vaderlands wil strips op de literatuurlijst. Geraadpleegd op 16 december 2018, van https://www.nationaleonderwijsgids.nl/voortgezet-onderwijs/nieuws/40998-stripmaker-des- vaderlands-wil-strips-op-de-literatuurlijst.html
-Welleman, Meerten. Regelmatige gesprekken tijdens persoonlijk contact.

Comments