top of page

Opoe, de Eendrachtstraat en een houten toilet

Mijn vader kon waanzinnig vertellen.

Ik heb hem vaak gezegd dat hij zijn belevenissen op moest schrijven. Vooral de belevenissen uit de tijd dat hij als baas-timmerman bij de Holland-America Lijn voer. Iets minder dan een jaar voor hij overleed, kwam het er eindelijk van. Naar aanleiding van een foto in de Oud-Rotterdammer schreef hij het onderstaande stuk. Het werd gepubliceerd in de Oud-Rotterdammer van 2012-week 6.

Opoe, de Eendrachtstraat en een houten toilet

Ik was zeven jaar en woonde in het Witte Dorp in Rotterdam West. Later, toen ik een jaar of tien was, ging ik trouw elke zondag naar mijn opoe, daar was ik dan zo’n vier of vijf uur. Dat vonden mijn oom en tantes prima, want dan konden zij de hort op en zat opoe niet zo alleen. Een heerlijke echte opoe, lekker dik met grote borsten. Zij leerde mij roken en bier drinken, zelfs gaf zij zeer summier seksuele voorlichting. Iets wat thuis zeer beperkt bleef. Van mijn moeder zoiets als: “zal je goed uitkijken” en van mijn vader: “je hebt hem niet gekregen om met pissen te verslijten.Ik kreeg van mijn opoe elke zondag op een speciale manier mijn zakgeld. Na twee of drie keer te zeggen: “nou opoe, dan ga ik maar”, liet ze mij echt in spanning tot ik te horen kreeg: “Oh, wacht eens even”. Dan begon zij drie of vier rokken op te tillen en daaronder had zijeen zwart katoenen zakje (met een touwtje) om haar middel hangen. Een zucht van opluchting mijnerzijds, omdat ik dan dacht, ze zal het toch niet vergeten. Maar nee hoor, altijd drie kwartjes en twee maal zes cent voor de tram. Ik ging natuurlijk lopen, dus had in die dagen een aardig zakcentje voor een knul van twaalf/dertien jaar.

Overleden

Toen ik zo’n jaar of vijftien was, kwam ik er nog regelmatig. Opoe was toen al overleden,dus mijn bezoeken waren minder. Wel ging ik met Koninginnedag of met het bevrijdingsfeest naar tante Sjaan. Die woonde in een hofje achter de Eendrachtstraat, meer richting het Vasteland. Daar werd dan feest gevierd. Het hofje werd versierd met slingers van crêpe papier en zo. Uit een raam van de woning op de eerste verdieping aan het doodlopende gedeelte van het hofje hing dan een luidspreker. De hele dag en avond galmden de liedjes van Johnnie Jordaan door de steeg, beregezellig. Wasteilen vol pullen Heineken bier, gekoeld met blokken ijs, weet ik veel waar vandaan. Want ijs werd toen in kroegen afgeleverd met grote houten koelkasten op wielen en een paard ervoor. Overigens woonde mijn opoe, tante Fiet en Tine en ome Leo toen in de Eendrachtstraat in de bekende ‘Ark’, zestien woningen achter één buitendeur. Vier gezinnen op iedere verdieping. Die woningen bestonden uit een woonkamer van 4 x 4,5 meter, drie bedsteden met een gordijn ervoor omdat de bedsteedeuren in de oorlog waren opgestookt. Evenals de keukendeur. Het keukentje had een granieten bak, een koudwaterkraan en een tweepits gasstel. Opoe stond dan in de deuropening, want de keuken was amper een vierkante meter. In de kamer stond een fornuis, zo’n ouderwetse met ringen en een koperen leuning. Zie het voor je, een WC op elke verdieping voor vier gezinnen. De WC bestond uit een houten kist met afvoer en een rond gat waarop een houten ronde deksel zat, let wel, ‘ zat ‘, want ook deze deksel was door een van de bewoners opgestookt in de oorlog. Verder lagen onder de ene bedstee briketten, kolen en turf. Onder de andere bedstee aardappelen, uien, enzovoort. De derde bedstee werd gebruikt voor de strijkplank, rolveger en nog wat jassen. Dat kon toen, want ze woonden er nog ‘maar’ met zijn vieren. De rest was de deur uit.

Bombardement

Opa heb ik nooit gekend, is in de oorlog bij het bombardement omgekomen. Hij was voerman op een sleperswagen (kar + paard), hij reed spullen in de havens, is mij ooit verteld. Iedereen van mijn familie van die generatie leeft niet meer, ook Leo niet, “zo sterk als het Witte Huis”, kijk maar naar zijn brede schouders. Hij gooide eens een agent met motor en al in de vijver in het park aan de Westzeedijk. Ik heb uit die periode nog een boek vol belevenissen uit de Eendrachtstraat en omgeving. Ik kwam er veel en graag, een echte volksbuurt, achteraf een beetje aso zegt men tegenwoordig, maar oergezellig. Een meningsverschil werd uit de wereld geholpen met wat schelden over en weer, of een klap op je kanis. Niet met een mes, pistool of erger. Toen waren ze een beetje aso, maar wel eerlijk. Wat een foto al niet kan losmaken bij een oud-Rotterdammer van 73 jaar. Urenlange films schieten door mijn hoofd. De foto die mij inspireerde stond in de krant van 24 januari. Het toont het bevrijdingsfeest in de Eendrachtstraat in juli 1945. Ik herkende familie van mijn vaders kant. Rechts onderin mijn tante Sjaan en derde van links ook op de voorste rij mijn tante Tine (noemden we tante Koer). Daarboven schuin leunend, tegen mijn ome Leo, mijn tante Fiet.

tekst: Cor Moreel

foto: Oud-Rotterdammer

Featured Posts
Kom later terug
Gepubliceerde posts zullen hier worden weergegeven.
Recent Posts
Search By Tags
Follow Us
  • Facebook Classic
  • Twitter Classic
  • Google Classic

© 2023 by Samanta Jonse. Proudly created with Wix.com

bottom of page